Inkijk
Als het Ego de waarheid wist

Inleiding
Wanneer we tijdens onze dagelijkse taferelen geraakt worden, nemen we impulsief beslissingen. We reageren op een manier die, vanuit ons eigen standpunt bekeken, juist lijkt, maar houden daarbij enkel rekening met onze eigen gedachten en gevoelens. Zo zullen we geërgerd claxonneren wanneer iemand ons geen voorrang van rechts verleent. In gedachten veroordelen we de chauffeur: die vindt zichzelf duidelijk belangrijker dan anderen! We rijden gedurende enkele minuten achter de chauffeur aan en observeren zijn rijgedrag. Hij vindt het zelfs niet nodig om zijn richtingaanwijzer aan te zetten bij het afslaan, typisch! Terwijl we verder rijden, vormen we ons een steeds duidelijker beeld van de bestuurder: het is vast zo iemand die denkt dat de regels enkel voor andere mensen geldig zijn, maar wellicht wel de verkeersregels kent, als hij zélf genegeerd wordt in het verkeer. In een mum van tijd besluiten we dat de bestuurder onsympathiek en zelfingenomen is. Enkele straten verder zien we de wagen, die intussen reeds verder van ons verwijderd is, in alle haast bij de ingang van de dienst spoedgevallen van het ziekenhuis afslaan…. Ons denken valt heel even stil. … Hopelijk is het niet te ernstig, bedenken we ons vervolgens ietwat beschroomd. We merkten niet op dat de chauffeur zijn richtingaanwijzer niet aanzette, alvorens in de richting van de spoeddienst af te slaan.

In situaties en ontmoetingen die op ons pad verschijnen, oordelen en reageren we vaak onmiddellijk. Pas later ontdekken we dat onze acties niet gepast waren of niet tot de gewenste gevolgen leidden. Meer nog, vaak brengen we nietsvermoedend schade toe en groeien kleine voorvallen uit tot onoverkomelijke moeilijkheden die ons gemoed bezwaren.

Dit boek geeft een inkijk in hoe onbewuste gedachtenpatronen, angsten, verwachtingen en behoeften, binnenin onszelf, onze perceptie bepalen en richting geven aan ons denken, voelen en handelen. We zullen zien dat het níet kennen van onze eigen binnenwereld de grootste oorzaak vormt voor steeds verder uitdeinende moeilijkheden. Via herkenbare praktijkcasussen, wordt er een gedetailleerd beeld geschetst van wat er zich in onszelf afspeelt vanaf het moment dat we geraakt worden en hoe deze dieperliggende processen nietsvermoedend onze beleving en keuzevorming bepalen. Wanneer we helemaal zijn afgedaald tot wat er achter onze vele verstrikkingen schuilgaat, maken we contact met het hogere morele potentieel in onszelf. We zullen ons bewust worden van onze eigen mogelijkheid om harmonie te maken met iedere situatie of ontmoeting die op ons pad verschijnt.

Deel 1: Het onbewuste ego
Gebeurtenissen en ontmoetingen geven vorm aan ons leven. Via onze zintuigen staan we voortdurend in contact met de buitenwereld. Dit stelt ons in staat om de wereld rondom ons gewaar te worden, in ons op te nemen en te beleven. Onze zintuiglijke waarneming trekt dus de buitenwereld naar binnen en maakt het tot een onderdeel van onszelf. De prikkels die van buiten naar binnen komen, brengen iets teweeg in onze binnenwereld. Aan iedere prikkel die binnenkomt, wordt een gevoel of gewaarwording gekoppeld. Dit gevoel heeft een impact op ons. Wanneer bepaalde prikkels binnenkomen, ervaren we gevoelens zoals genot, pijn, vreugde, verdriet, …. Dit wekt het onbewuste verlangen op om te reageren of antwoord te bieden op de binnengekomen prikkel en vormt de basis voor onze actieve interactie met de wereld rondom ons. De situaties die op ons pad komen, zetten ons aan om onszelf te beleven in relatie tot de buitenwereld en maken ons op die manier tot wie we zijn. We zijn vandaag met andere woorden het resultaat van onze belevingen uit het verleden.
Ieder van ons draagt binnenin zich een instrument mee om met de prikkels die op ons afkomen om te gaan, om ze te ordenen en er vervolgens gepast op te reageren. Dit instrument noemen we het ego. Het ego is ons voertuig en maakt, samen met ons lichaam, rechtstreeks contact met de buitenwereld. Het verwerkt de binnengekomen informatie in zichzelf en zal daarna de prikkels, samen met de gevoelsinhoud, via het denken, ordenen en opslaan. Zo worden onze ervaringen, nadat ze door het ego beleefd werden, in het bijhorende vakje in ons geheugen geplaatst. Ons geheugen slaat gedurende ons leven stelselmatig onze herinneringen op. Wanneer we in het heden informatie nodig hebben over bepaalde kwesties, zullen we eerst onze bibliotheek aan herinneringen raadplegen om te kijken of we reeds over de nodige inzichten beschikken. Dit hele proces wordt door het ego aangestuurd. Wanneer de binnengekomen prikkel het verlangen opwekt om te reageren, wordt de juiste informatie uit de bibliotheek van herinneringen opgevist. Deze informatie zal, als antwoord op de beleefde prikkel, tot uitdrukking worden gebracht in de buitenwereld. Deze naar buiten gerichte actie krijgt vorm via het denken, voelen en handelen. Onze daden, waaraan eveneens persoonlijke gevoelens zijn gekoppeld, zullen op hun beurt zintuiglijk waarneembaar zijn voor andere individuen, bij hen naar binnen getrokken worden en zodoende een prikkel vormen die mogelijks een re-actie kan uitlokken. Op deze manier ontstaan er oneindig veel uitwisselingen tussen onze binnenwereld en de wereld rondom ons.
Vermits ieder van ons een andere voorgeschiedenis heeft, heeft iedereen een uniek ego ontwikkeld met een specifieke individuele inhoud. Niemand denkt, voelt en handelt hetzelfde. Hierdoor zijn we allemaal verschillend en interpreteren we binnenkomende informatie anders, met telkens ook verschillende reacties tot gevolg. Doordat we vanuit ons eigen ego naar gebeurtenissen kijken, en ervan uitgaan dat iedereen hetzelfde denkt en voelt dan wijzelf, ontstaat er vaak onbegrip. We begrijpen vanuit óns ego niet dat een ander ego totaal andere keuzes maakt. Dit onbegrip veroorzaakt verwarring, spanningen en conflicten. Vanuit het standpunt van ons eigen ego, vertrekkende vanuit onze eigen gedachten en gevoelens, vinden we dat de anderen logischerwijs fout zijn wanneer er onenigheid ontstaat. Overtuigd van ons eigen gelijk, zullen we de ander aanduiden als de schuldige van het conflict. We beseffen niet dat we helemaal geen inkijk hebben in het standpunt van de ander. Wij zien vanuit onze ogen niet wat de ander ziet, en stellen ons er geen vragen bij. Nietsvermoedend geloven we dat ons eigen beeld van de situatie, inclusief het standpunt van de ander, juist is. Dat dit beeld enkel op onze eigen gedachten, gevoelens, overtuigingen en behoeften werd gebaseerd, beseffen we niet. Dit is een totaal onbewust gegeven dat heel wat dwalingen veroorzaakt in onszelf en in het contact met onze omgeving. Het volgende voorbeeld illustreert de manier waarop ons onbewuste ego met de waarheid aan de haal gaat.
Eveline had met enkele vriendinnen afgesproken om een weekend naar een wellnesscentrum in de Ardennen te gaan. Ze zouden zich er laten verwennen en een heel weekend samen genieten. De datum van het weekend stond in het groot in Evelines agenda gemarkeerd en ze had aan haar vriend laten weten dat ze er dat weekend niet zou zijn. Zij en haar vriend Alexander waren een half jaar samen en woonden een eindje van elkaar verwijderd. De weekenden brachten ze altijd samen door, bij hem of bij haar, waardoor hun sociale levens stilaan in elkaar verweven geraakten. Alexander vond het prima dat Eveline er een weekend opuit trok met haar vriendinnen en hij besloot om nog eens tijd te nemen om met zijn vrienden af te spreken. Ze besloten een mini-festivalletje ‘for men only’ in Seppes tuin te organiseren. Seppe werkte in de entertainmentwereld en kon gemakkelijk aan al het nodige materiaal geraken om er een topweekend van te maken. Een week voordat het wellnessweekend zou plaatsvinden, wijzigden de plannen voor Eveline. 2 van de 4 vriendinnen moesten door omstandigheden afhaken en er werd besloten om het wellnessweekend uit te stellen. Eveline, die wist dat Alexander reeds plannen had, stelde aan de andere overgebleven vriendin voor om samen iets te doen, maar ook zij had een plan B en zou haar man vergezellen naar een tuinfeest bij zijn familie. Er werd mooi weer voorspeld en Eveline had geen zin om het weekend alleen door te brengen. Ze belde Alexander op, zei dat ze zin had om eens een weekend met hem alleen te zijn en stelde voor om nog vlug een romantisch weekendje aan zee te boeken. Ze kende nog een heel gezellig hotelletje waar ze konden overnachten, het ontbijt was er trouwens heerlijk. Alexander, die erg had uitgekeken naar het festivalletje bij Seppe, stelde voor om het weekendje aan zee een week later te doen, omdat hij voor dit weekend al plannen had gemaakt. Eveline reageerde teleurgesteld. Na het telefoontje voelde ze zich afgewezen door Alexander. Aanvankelijk was ze verdrietig omdat hij zijn vrienden boven haar verkoos, maar het verdriet veranderde al snel in boosheid. Zíj wilde graag tijd maken voor hun tweetjes, en het extra gezellig en romantisch maken, en hij ging liever naar zijn vrienden …?!, bedacht ze zich. Alexander zat eveneens verveeld met de situatie. Hij wilde heel graag tijd doorbrengen met Eveline, maar wilde ook het festivalletje met zijn vrienden niet missen. Het was trouwens zijn voorstel geweest om nog eens met de mannen samen te komen, hij kon nu toch niet afhaken?! Hoewel Evelines teleurstelling vanbinnen knaagde, besloot Alexander om toch naar Seppe te gaan. Eveline, die boos was omdat Alexander niet mee op weekend wilde, liet de rest van de week niets meer van zich horen. Ze vertelde aan collega’s, vriendinnen en aan haar moeder dat Alexander haar idee, voor een romantisch weekendje, botweg geweigerd had omdat hij liever naar zijn vrienden ging. Ze vertelde er niet bij dat zíj aanvankelijk degene was die op vriendinnenweekend ging, waarna hij andere plannen met zijn vrienden had gemaakt. Daardoor gingen ze allemaal mee in Evelines verhaal en stelden ze Alexanders gevoelens voor haar in vraag. “Als hij nu, na een half jaar samen, al kiest voor zijn vrienden, hoe zou het dan over een paar jaar zijn? Hij moest, nu ze nog verliefd waren, toch niets liever willen dan bij haar zijn…?!” Dat vond Eveline er ook van! De bevestiging van haar omgeving gaf haar nog meer het gevoel dat ze onheus behandeld werd door Alexander. Ze besloot om hem te blijven negeren, tot hij zou bewijzen dat hij haar echt graag zag. Híj had haar afgewezen, dus was het aan hem om de eerste stap te zetten, vond ze….

De werkelijkheid is dat Eveline éérst plannen maakte met haar vriendinnen en dat deze plots niet konden doorgaan. Omdat ze het weekend niet alleen wilde doorbrengen, vroeg Eveline aan Alexander, wetende dat hij reeds plannen gemaakt had met zijn vrienden, om samen met haar op romantisch weekend te gaan. Eigenlijk wilde ze dat hij mee invulling zou geven aan haar weekend ‘alleen’. Eveline weet dus hoe het héle verhaal in elkaar zit, maar laat zich helemaal meeslepen door haar eigen gedachten en emoties. Zo gebeurt het dat ze zelf gaat geloven dat Alexander haar afwijst. Vanuit haar standpunt wilde zij tijd maken voor een romantisch weekend samen, en liet hij haar koudweg staan om bij zijn vrienden te kunnen zijn. De reactie van haar entourage, die enkel gebaseerd is op haar versie van het verhaal, waarbij een heel groot stuk werd weggelaten, duwt haar nog meer in de richting van haar eigen standpunt, van haar eigen gelijk. Wat Eveline niet beseft, is dat ze niet de héle werkelijkheid voor ogen heeft, maar slechts dát gedeelte dat ze zelf uitselecteerde op basis van haar emoties. De elementen die niet bevredigend waren voor haar eigen ego, en toch een heel belangrijk deel van de waarheid uitmaakten, werden achterwege gelaten in wat ze zelf als de waarheid ging beschouwen. Dit is het gevolg van een onbewust innerlijk proces, dat heel wat gevolgen heeft voor het verdere verloop van dit verhaal, en van hun relatie.

Wanneer ons iets overkomt, zijn we geneigd om op onze eigen emoties en gedachten te vertrouwen. Nietsvermoedend trekken we conclusies die niet overeenstemmen met wat er werkelijk gebeurt. Door deze verkeerde conclusies verder mee te nemen in ons denken, voelen en handelen, deinen de gevolgen steeds verder uit.

De situationele cirkel
Om meer inzicht te krijgen in onze menselijke en intermenselijke processen, is het belangrijk om de opbouw van een gebeurtenis te begrijpen. Hierin ligt de oorsprong van de manier waarop we wederkerig met elkaar communiceren.
Iedere gebeurtenis vormt een afgebakend geheel, een situationele cirkel waarbinnen we onze eigen rol opnemen. Via ons ego gaan we in interactie met de omstandigheden en met de andere betrokkenen. Deze interactie, en de gevolgen daarvan, vormen een proces dat wordt doorgemaakt. Hoewel onze menselijke en intermenselijke processen een groot deel uitmaken van onze individuele beleving, zijn we ons zelden bewust van hoe ze tot stand komen. Om inzicht te krijgen in onze eigen processen, hetgeen het doel is van dit boek, is het goed om onze eigen plaats, ons eigen stand-punt binnen een gebeurtenis te doorgronden.
Doordat we zelf deelnemer zijn, hebben we sowieso een eigen positie bínnen de situationele cirkel. Deze positie is altijd verschillend van de positie of het standpunt van de andere betrokkenen. Dat komt omdat ieder individu de situatie vanuit de eigen ervaringen en herinneringen waarneemt. Wie ooit door een hond gebeten werd, kijkt anders naar een naderende hond, dan wie zelf een hond heeft en er enkel positieve ervaringen mee beleefde. Ondanks het feit dat beide personen dezelfde hond zien naderen, zullen ze hem vanuit een ander stand-punt waarnemen. De persoon die ooit gebeten werd, ziet een potentieel gevaar naderen. De persoon met positieve ervaringen, ziet een leuke viervoeter verschijnen. Beiden zullen, als gevolg van de eigen perceptie, op een andere manier op de hond reageren. Op die manier bepaalt wat ons ego beleefd, verwerkt en geordend heeft, onze positie of hoe we naar een gebeurtenis kijken.
Onze plaats, ons stand-punt binnen de situatie, zet ons in een perspectief ten opzichte van wat er zich afspeelt. De positie die we innemen, is bepalend voor welke elementen uit de gebeurtenis we al dan niet kunnen of zullen waarnemen. We zien vanuit ons eigen perspectief nooit álle aspecten van de situatie. Datgene wat we waarnemen, verschijnt in ons bewustzijn. Het gedeelte dat, door onze ingenomen positie, buiten ons waarnemingsgebied ligt, kunnen we niet waarnemen en komt niet binnen in ons bewustzijn. Zo zal de persoon die in het verleden gebeten werd, de schattigheid van de naderende hond niet opmerken. Dit aspect van de hond is aanwezig, maar wordt niet waargenomen. Wanneer we ons binnen de cirkel verplaatsen, nemen we een nieuw stand-punt in en krijgen we een nieuw perspectief op de feiten. Andere aspecten, die vanuit onze oorspronkelijke positie niet zichtbaar waren, kunnen nu wel worden waargenomen en omgekeerd. We zien met andere woorden een ander fragment uit het geheel. Stel dat de ‘gebeten persoon’, die de hond ziet naderen, vanuit de verte het baasje van de hond herkent, dan wijzigt diens standpunt. Vermits hij het baasje kent en erop vertrouwt dat deze zijn hond goed opvoedde, vermindert de angst voor de hond.
Hoewel we ons kunnen verplaatsen binnen de situationele cirkel, kunnen we vanuit onze persoonlijke positie nooit het geheel overschouwen. Voor de meesten van ons is dit een onbewust gegeven. Dat betekent dat we er doorgaans van uitgaan, dat we vanuit ons eigen standpunt wél de volledige situatie in beeld hebben. Deze onwetendheid binnen onze eigen waarneming, leidt tot heel wat dwalingen en misverstanden.
Twee arbeiders zijn naarstig aan het werk in een kleine loods op het moment dat er een ontploffing plaatsvindt. Er ontstaat een grote stofwolk die in een mum van tijd de hele ruimte vult. Beide arbeiders komen hoestend en proestend de hal uitgelopen. De ene arbeider, die zich, op het moment van de ontploffing achter een rek verschool, is nog helemaal schoon en ongeschonden, terwijl de andere helemaal vuil en bestoft is. Ze bekijken elkaar. De schone arbeider kijkt naar het vuile gezicht van zijn collega en denkt: “Goh, wat zien we er smerig uit!”. De arbeider die zwart ziet van het stof, kijkt vol verbazing naar zijn propere collega en denkt bij zichzelf: “Zo, … daar zijn we proper uitgekomen!”.
Deze twee arbeiders kijken vanuit hun eigen standpunt naar de situatie en zien slechts een gedeelte van de werkelijkheid: de propere arbeider ziet een vuil gezicht en de vuile collega ziet een proper gezicht. Deze gefragmenteerde waarneming zal de basis vormen voor hun verdere denken, voelen en handelen. Beide mannen nemen hun waarneming namelijk voor de volledige waarheid en trekken daaruit een conclusie over het gedeelte dat ze niet waarnemen.
De propere arbeider gaat zich douchen en schrobben alvorens naar huis te vertrekken, terwijl de zwartbestofte arbeider nietsvermoedend ongewassen naar huis vertrekt. Eens thuisgekomen, loopt hij naar goede gewoonte onmiddellijk naar de wasplaats om zijn vuile werkkledij uit te trekken. Zijn vrouw staat in de keuken en, terwijl hij zich uitkleedt, vertelt hij haar over de ontploffing. “… en als bij wonder, …”, riep hij nog steeds verontwaardigd uit, “… kwamen we helemaal ongeschonden en proper uit de hal!!”. Hij wandelde verder de keuken in, kuste zijn vrouw, keek haar vervolgens aan en zei lachend: “Wat heb jij gedaan? Je hebt een zwarte vlek op je gezicht!”.
Het niet waarnemen van ons eigen standpunt en functioneren binnen een situatie, veroorzaakt blinde vlekken. Zo ziet de vuile arbeider, ondanks dat zijn gezicht helemaal zwart ziet, niet dat hij vuil is. Om de héle situatie objectief te overschouwen, dienen we uit de situationele cirkel te stappen en van buiten de cirkel naar het hele gebeuren, inclusief onszelf als deelnemer, te kijken. Dat betekent dat we ons eigen standpunt binnen de situatie verlaten en er vanop een afstand naar gaan kijken. We zien het tafereel dan niet meer vanuit ons oorspronkelijke perspectief, maar vanuit een neutrale positie buiten de gebeurtenis. Het is alsof we als toeschouwer naar een film kijken. We zien nu het feitelijke tafereel, inclusief de rol die we er zelf in innemen. Ons eigen ego verschijnt in ons waarnemingsveld en komt zo in ons bewustzijn binnen. We worden ons bewust van ons eigen denken, voelen en handelen en kunnen onze positie en ons perspectief ten opzichte van de gebeurtenis, objectief waarnemen en juister beoordelen.
In het geval van de arbeiders gaat het om een duidelijk zichtbaar gegeven. De werkelijkheid is met andere woorden zintuiglijk waarneembaar. De vuile arbeider, die nog niet beseft dat hij onder het stof zit, zal er door zijn vrouw op gewezen worden dat hij helemaal zwart ziet. Zijn eerste reactie zal verontwaardiging zijn. Alvorens zijn vrouw op haar woord te geloven, zal hij eerst met zijn eigen ogen willen zien of wat ze zegt wel echt waar is. Pas dan zal de onjuiste overtuiging over zichzelf vervangen worden door het echte beeld, door de waarheid. Onze innerlijke processen zijn, in tegenstelling tot deze situatie, niet zichtbaar. Het is daarom veel moeilijker om de eigen dwalingen te ontdekken. 

Easiest Website Builder